Het protocol vertrekt steeds vanuit de unieke situatie van elke persoon: gezondheidstoestand, leeftijd, doelen, mogelijkheden en voorkeuren.
We maken gebruik van beschikbare of eenvoudig te meten gegevens, eventueel aangevuld met bijkomende analyses (zoals genoominformatie, biologische leeftijdsstesten of microbioomprofielen) om een zo nauwkeurig mogelijk plan op te stellen.​

De wetenschap rond verjonging en optimale gezondheid evolueert razendsnel. Elke week verschijnen nieuwe inzichten.
Daarom wordt het Elkajo Protocol voortdurend opgevolgd, geactualiseerd en — waar nodig — bijgestuurd op basis van recente studies. Zo garanderen we dat het programma steeds gebaseerd is op de best beschikbare evidentie.

We zetten uitsluitend interventies in waarvoor wetenschappelijke studies aantonen dat ze veilig en potentieel effectief zijn.
We erkennen tegelijk dat dit geen zwart-witdomein is: sommige interventies vragen nog aanvullend onderzoek, terwijl “niets doen” vaak ook risico’s inhoudt — namelijk dat biologische veroudering onverminderd voortgaat.
Daarom maken we telkens een zorgvuldige afweging van voor- en nadelen, steeds volgens het Hippocratische principe: primum non nocere — in de eerste plaats niet schaden.​

Het programma omvat domeinen zoals voeding, beweging, stressregulatie, meten & monitoren, biomedische interpretatie, supplementen en gedragsverandering.
Ik ben doctor in de sociale en biomedische wetenschappen en een ervaren onderzoeker, maar geen arts. Daarom werk ik samen met een multidisciplinair team van artsen, kinesitherapeuten, diëtisten, psychologen, apothekers en lifestylecoaches. Wanneer nodig wordt er gericht doorverwezen.​

Alle interventies binnen het protocol zijn gebaseerd op studies die in internationale peer-reviewtijdschriften zijn gepubliceerd.
Het volledige Elkajo Protocol als geheel onderzoeken we eveneens — zodat we het gecombineerde effect van de verschillende interventies kunnen meten — maar dat proces vraagt meerdere jaren. Bovendien evolueert de wetenschap zo snel dat nieuwe inzichten intussen al verwerkt worden.
In een ideale wereld zouden we werken met een volledig uitgetest totaalprogramma. Het best haalbare alternatief is:

• gebruikmaken van de sterkste beschikbare evidentie voor elke interventie,

• deze combineren in een consistent protocol,

• risico’s minimaliseren,

• resultaten monitoren,

• en voortdurend optimaliseren.